Blijf benieuwd!
Op de hoogte blijven van ons steeds vernieuwende aanbod?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief!
Sommigen groeien ermee op, anderen ontdekken pas op latere leeftijd de waarde van kunst. Voor de een is het versiering, voor de ander van levensbelang. In deze rubriek vragen we een bekende Nederlander naar de rol van kunst in zijn of haar leven. Dit keer laten we modeontwerpers Viktor Horsting en Rolf Snoeren aan het woord. Zij vieren deze zomer hun 25-jarige samenwerking met een uitbundige overzichtstentoonstelling in de Kunsthal Rotterdam. Alle hoogtepunten uit hun spraakmakende carrière zijn er te zien. De keuze voor de Kunsthal is logisch, want voor Viktor&Rolf is mode niets anders dan kunst. Vanuit die gedachte maken ze al 25 jaar collecties die buiten de gevestigde orde vallen.
Een bezoek aan de Rotskoepel in Jeruzalem. Of valt dat onder religieuze herinneringen? Ik herinner me in elk geval de opwindende onbegrijpelijkheid om binnen in een bouwwerk een stuk natuur aan te treffen.
Een poster van Holly Hobby, en kort daarna een plaatje van een Japanse zentuin. Het idee dat je een tuin kunt maken van stenen, opende een deur in m’n hoofd.
Niets ontroert zoals muziek, en – daarin zijn we geen snobs – dat kan variëren van een Nederlandse kraker tot Mahler. Maar als we denken aan beeldende kunst dan komt Matrix naar boven, een installatie uit 2010 van de Japanse kunstenares Rei Naito op het eiland Teshima. In al z’n simplisme is het werk volmaakt, al onttrekt het zich aan iedere beschrijving. Het is of je naar de
schepping zelf kijkt.
In Nederland zijn dat het Kröller-Müller Museum en het Rijksmuseum. Deze en andere Nederlandse musea zouden, net als Britse musea, gratis toegankelijk moeten zijn. Het idee dat ons cultureel erfgoed ‘commercieel’ is, is bespottelijk. Een museum zou moeten zijn als een soort collectieve huiskamer. Daar wordt geen entree geheven.
Los Angeles. Je hebt er alles onder één dak: van grootstedelijk tot strand.
Geen idee. We moeten het nu eenmaal met onszelf doen en er iets van zien te maken.
Los van hoe anderen ons werk betitelen, denken wij dat het voor onszelf de functie van kunst vervult. Ons werk is (voor ons) als een gebied waar ruimte is voor het maken van allerlei dingen en het formuleren van ideeën die buiten de gevestigde orde vallen of op zijn minst een andere kijk geven op de gevestigde orde.