De Volkskrant en de Vrije Academie bieden u deze zomer in een zesdelige collegereeks door Arthur d'Ansembourg inzicht in de ideeën van vooraanstaande filosofen en hun opvattingen over de relatie tussen kunst, moraal en maatschappij.   Prijs:

De rol van de kunstenaar is veranderd. In de oudheid stond kunst in dienst van de morele opvoeding, maar vanaf de negentiende eeuw wijzigde dit drastisch. Kunstenaars stelden met hun werk de heersende moraal en politieke situatie ter discussie. Deze tendens is nog steeds gaande, zo moest in 2007 kunstenaar Jonas Staal zich in een rechtszaak (met succes) verdedigen voor zijn gedenkteken voor Geert Wilders.

Lesprogramma

1. Plato en de verbeelding van het goede – Plato staat aan het begin van een traditie die uitgaat van het schone en het goede. Wat betekent dit voor de verbeelding van het kwaad in het werk van o.a. Giotto?

2. Nietzsche en de verbeelding van het kwaad – Nietzsche propageert een klimaat waarin de kunstenaar de bestaande morele orde omverwerpt. In hoeverre speelt dit een rol in het werk van Ronald Ophuis?

3. Immanuel Kant en schoonheid als symbool van het moreel goede – Kant benadrukt dat de ervaring van schoonheid wordt gekenmerkt door een belangeloos welbehagen: l’art pour l’art.

4. Theodor Adorno en Anselm Kiefer – Is poëzie of kunst nog mogelijk na de verschrikkingen van WOII?

5. Boris Groys – Deze Duitse hedendaagse filosoof onderzoekt de relatie tussen kunst en maatschappij in een steeds meer globaliserende wereld.

6. Jacques Ranciere – Over de deling van het zintuiglijke en de betekenis van hedendaagse kunst voor het politieke leven.

Prijs: <@prijs@>

Korting voor Volkskrant abonnees (uw adresgegevens worden gecontroleerd)