![Newsletter pop-up image](https://res.cloudinary.com/hjyy3bihk/image/upload/v1583930757/David-Michelangelo_yfhggp.jpg)
Blijf benieuwd!
Op de hoogte blijven van ons steeds vernieuwende aanbod?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief!
Na zijn studie Kunstgeschiedenis richtte Peter van Duinen in 1990 met een studiegenoot de Vrije Academie op. Vele colleges, lezingen en rondleidingen voor enthousiaste cursisten volgden. Aan kennis en een enorme passie voor kunst & cultuur geen gebrek! Dit jaar maakte Peter deel uit van een team experts voor het nieuwe TV-programma van Omroep MAX: Het Museum van Nederland.
Bent u benieuwd hoe Peter zijn liefde voor beeldende kunst ontwikkelde? En hoe de Vrije Academie ruim 30 jaar later is uitgegroeid tot het grootste landelijke onderwijsinstituut voor kunst & cultuur? Lees hieronder verder en Peter neemt u mee terug in de tijd!
The Beatles naast Rembrandt
Zolang ik me kan herinneren is er kunst in mijn leven. Rond mijn 8e verjaardag vertelde ik mijn vader dat ik geen banketbakker meer wilde worden, maar kunstenaar. Maar naarmate ik zelf ook doorkreeg dat mijn creatieve vaardigheden enorm teleurstelden, switchte ik weer naar chef-kok, advocaat en een hele reeks andere beroepen.
Naast afbeeldingen van auto’s en The Beatles hingen er op mijn kamer al die jaren uitgescheurde kalenderplaten van schilders als Paulus Potter en Rembrandt. Nog steeds is het me niet duidelijk waar die belangstelling vandaan kwam. We bezochten als gezin trouw alle oude kerken en kathedralen die we tegenkwamen op vakantie, maar musea bezocht ik pas later. Ik herinner me heel goed de dag dat ik als 12-jarige alleen naar Amsterdam reisde met de trein. Daar woonde mijn oudste zus. Met haar bezocht ik het Rijksmuseum. Mijn eerste keer, ook die van haar! Vol misplaatste overtuiging wees ik haar op de Potters. Nu weet ik dat ik vooral Albert Cuyp aanwees, een beginnersfout, maar wel met overtuiging!
De liefde voor beeldende kunst liep parallel met die voor literatuur en geschiedenis. Dat laatste zou ook mijn universitaire richting worden. Maar na een les van tekenleraar Job Hondius over de Italiaanse barok en het zien van het werk van beeldhouwer Gian Lorenzo Bernini wist ik het: kunstgeschiedenis! Dat moest het worden.
Kunstgeschiedenis in Amsterdam en Engeland
Mijn studie begon in Amsterdam, aan de Vrije Universiteit, in 1983. De stad was groot en de damp van alle krakersrellen hing nog in de straten. Na 2 jaar Amsterdam vervolgde ik mijn studie een jaar lang in Engeland, aan de University of Reading. Slechts een half uur met de trein van London. Mijn hoogleraar, Kerry Downes, leerde me beter kijken, maar vooral ook schrijven en praten over kunst. De 2-wekelijkse tutorial waarbij je een uur lang discussieerde over een eerder geschreven essay zal ik nooit vergeten. Barok kwam tot leven. Wat een inspiratie!
Terug in Amsterdam vervolgde ik mijn studie aan de VU en in 1989 drong de vraag zich op wat ik dan met deze studie moest doen in een vrij depressieve economie. Terugkijkend is het uitzonderlijk dat ik in 1990 maar liefst drie banen had. Samen met studiegenoot Erlend Hofman Kolk was ik gaan lesgeven aan ons eigen instituut, de Vrije Academie. Maar eerder al werkte ik op het Stadsarchief Amsterdam waar ik twee tentoonstellingen maakte. In het spoor van die klus werd ik ook nog gevraagd om beeldredacteur te worden bij Als de Dag van Gisteren Amsterdam. Dit was een maandelijks blad dat de laatste 100 jaar onderzocht van onze hoofdstad. Elke maand een nieuw thema: wonen, kunst, sport, seks, politiek, etc. Onder de bezielende leiding van hoofdredacteur Geert Mak zocht ik in het archief de mooiste beelden bij elkaar, foto’s, tekeningen, affiches.
De Vrije Academie 8-days a week
Maar ik koos uiteindelijk vol voor de Vrije Academie. Bij aanvang in 1990 vulden we onze weken met lesgeven, telefoon opnemen en vooral lesmateriaal maken. Het waren lange dagen en het was letterlijk 8-days a week! Na verloop van tijd kwam er meer balans en werden er steeds meer freelance docenten actief voor de Vrije Academie.
Het mooiste onderdeel van al dat lesgeven is dat je je publiek ziet ontwikkelen. Niets is leuker dan mensen leren kijken. Ze gaan verbanden zien en drempels vallen weg. Ja, zie je ze denken, kunst is ook voor mij! Het is niet elitair of snobistisch. Ik kan ernaar kijken en op basis van mijn nieuwe kennis zelf een oordeel over vellen. Of er in elk geval iets van vinden!
Het beste kon ik dat zien tijdens al onze reizen. De eerste reis naar Rome in 1992 was een enorme uitputtingsslag voor de deelnemers. We wilden alles laten zien, ze waren kapot na 8 dagen!
Na 30 jaar: volle collegebanken, college via Zoom en VA-Thuis
Het doet me goed om me te realiseren dat er in de afgelopen 30 jaar meer dan 100.000 deelnemers in collegebankjes hebben gezeten. We hebben meer plezier in al die levens gebracht door ons eigen enthousiasme over kunst & cultuur over te brengen. Al die mensen zijn weer meer gaan lezen, meer gaan kijken, meer naar musea gegaan.
Nu we ruim 30 jaar verder zijn is er eigenlijk niets veranderd aan de basis van wat ik dagelijks doe. Nog steeds is het overbrengen van kennis over kunst & cultuur het allerbelangrijkste. De vorm is anders. We geven nu ook college via Zoom, we hebben series opgenomen voor ons on-demand kanaal, VA-Thuis.
Expert TV-programma Het Museum van Nederland
Naast deze VA-kanalen ben ik ook blij met mijn jury-lidmaatschap van de Nederlandse Tentoonstellingsprijs. Elk jaar vragen we een groot publiek mee te stemmen op de short-list die wij als jury hebben vastgesteld. Ook hier gaat het om enthousiasme voor al die geweldige tentoonstellingen die elk jaar worden geproduceerd door de musea.
Afgelopen jaar heb ik ook meegewerkt aan het TV-programma Het Museum van Nederland. Als expert beoordeelde ik objecten die kijkers hadden ingezonden. Maakten die objecten kans om te worden opgenomen in de jaarlijkse tentoonstelling Het Museum van Nederland (in 2020 in de Kunsthal Rotterdam)? Er was weinig kunst in het aanbod, maar wel veel (recente) geschiedenis. Het was vooral leuk om al die mensen verhalen te horen vertellen over hun objecten.
Want ik hoop altijd dat publiek het verhaal van het object onthoudt, zelf word ik extra blij van dat verhaal, van de context. Wie was die kunstenaar? Wie was zijn concurrent? Voor wie maakte hij of zij dit? Waar kwam het terecht? Die verhalen boeien mij al heel lang, en ik hoop daar nog vaak over te kunnen vertellen!