Dit najaar opent de tentoonstelling Abstract Expessionisme in The Royal Academy of Arts in Londen en toont een fraai overzicht van het abstract expressionisme. Een mooi moment voor ons eigen overzicht: tijdens de Vrije Academie lezing vertelt Krzysztof Dobrowolski-Onclin u alles over de ongeëvenaarde periode in de Amerikaanse kunst. Kunstenaars als Pollock, Rothko, Still, de Kooning, Newman, Kline en vele anderen: te veel om op te noemen! 

Toen Willem de Kooning in de Verenigde Staten aankwam, zou hij zich verbaasd hebben dat er schilders waren, zo gering was de Amerikaanse artistieke inbreng anno 1926. Dat was een kwart eeuw later wel anders. New York groeide uit tot het centrum van het mainstream modernisme, alhoewel de kunst die er werd gemaakt aanvankelijk bepaald niet mainstream was. Het abstract modernisme was de vrucht van het werk van mensen als Jackson Pollock, Lee Krasner, Mark Rothko en Willem de Kooning, mede mogelijk gemaakt door slimme galeristen als Peggy Guggenheim en Betty Parsons.

De schilderijen van de abstract expressionisten waren heel divers. Rothko wilde de diepste roerselen van de ziel raken, Krasner liet de beschouwer dwalen door wat ze haar hiërogliefen noemde en Pollock smeet met verf die tot zijn grote ongenoegen wanddecoratie werd. Hoewel het werk heel divers was, zijn er toch overeenkomsten terug te vinden in de werken, zoals het formaat (groot, groter, groots) en de rol van de beschouwer. Deze heeft niet langer een passieve rol, maar is een actief onderdeel van de beleving van het werk. Denkt u bijvoorbeeld aan de indrukwekkende schilderijen van Rothko. En allen braken met de traditionele, heersende conventies.

Tijdens deze lezing staat Vrije Academie docent Krzysztof Dobrowolski-Onclin samen met u stil bij deze bijzonder stroming die voor altijd is verbonden met de ongelimiteerde energie van 1950’s New York.

Abstract Expressionisme | 24 september 2016 t/m 2 januari 2017 | Royal Academy of Arts, Londen