Het is nauwelijks voorstelbaar maar half Nederland was eens bedekt met een ruim duizend meter dikke ijslaag en later met een permanent bevroren toendra bodem. Tijdens de studiedag kijkt bioloog drs. Kees Boele terug naar het geologisch en klimatologisch verleden van Nederland en de sporen die daar nu nog van terug te vinden zijn in landschap, flora en fauna.

IJstijden hebben het landschap van Nederland ingrijpend veranderd. Het ijs kwam en ging, mammoeten en wolharige neushoorns werden er bejaagd door Neanderthalers maar verdwenen ook weer. Wat bleef zijn onuitwisbare sporen. De stuwwallen, die eens door gletsjertongen gevormd werden, zijn nu nog zichtbaar maar wind en regen zijn al druk bezig met drastisch sloopwerk.  De Rijn blijft echter voor altijd afgesneden van zijn oermoeder. Eens was het een bergbeek die ten noorden van Nederland uitmondde in de gigantische Eridanos, nu is het een bescheiden rivier die naar het westen afgebogen is. Maar ook van de plantengroei uit de laatste ijstijd zijn nog levende herinneringen terug te vinden. Kraaiheide en Zweedse Kornoelje bleven achter terwijl de toendra verdween. In Drentse heidevennen zwemt een bijzondere soort geelgerande waterkever die verder alleen in Scandinavië voorkomt. Wat is er allemaal gebeurd in de afgelopen 10.000 jaar? Wat zien we er nu nog van terug? En vooral, hoe is het ijzige verleden in het heden terug te herkennen? 

Het eerste deel begint met het geologische verleden. Daarna volgen we de veranderingen vanaf de laatste ijstijd tot op heden. Tenslotte stappen we over op het heden en de toekomst. Hoe ziet Nederland er nu uit? Flora en fauna passeren de revue maar ook staat een klimaatverandering op de rol. Wat gaat er gebeuren met de levende souvenirs uit de ijstijd? Het antwoord krijgt u tijdens deze studiedag.

• Prijs is exclusief koffie/thee & lunch.
• Prijs is inclusief een digitale hand-out.